Afgelopen donderdag presenteerde D66 in samenwerking met de VVD (of visa versa) een voorstel om de winkeliers de mogelijkheid te bieden iedere dag van 06.00 uur tot 22.00 uur open te zijn. Iedere dag, dat is dus inclusief de zondag. Na een stevige discussie voelden zij zich genoodzaakt dit initiatiefvoorstel in te trekken.
Gewoon, omdat het kan
Onze fractie stond op zich nog redelijk neutraal in het idee en waren benieuwd naar de motivatie en de zienswijzen van de winkeliers en de inwoners van Vught hierover. Omdat daarover nagenoeg niets vermeld stond in het voorstel hebben wij de fracties een aantal vragen gesteld. Jammer genoeg werd geen enkele vraag serieus beantwoord en bleek de wenselijkheid voor inwoners en ondernemers nauwelijks serieus onderzocht te zijn.
Slechts een op 28 mei van kracht geworden wet die gemeenten de mogelijkheid biedt de winkeltijden te verruimen, was aanleiding voor dit voorstel. Uitsluitend omdat VVD en D66 dit wilden, gaven ze met zoveel woorden toe tijdens de discussie.
Inspraak? Nog nooit van gehoord!
Er waren 2 insprekers namens een aantal ondernemingen in het Centrum en Moleneindplein die aangaven dat ze heel veel moeite hadden met de openstelling op zondag. Het was voor hen de enige dag in de week dat ze hun sociale contacten konden onderhouden en de noodzakelijk administratie konden doen. Zij vrezen een daling van hun omzet als zij zelf niet meedoen aan die openstelling omdat die omzet dan over 7 in plaats van over 6 dagen wordt verspreid. En als je de 7e dag dan niet open bent, dan loop je die omzet dus mis. Als je dan wel open gaat stijgen wel de kosten maar blijft de omzet gelijk.
Die argumenten werden door de VVD en D66 niet serieus genomen, de vrijheid van een enkeling gaat hen boven alles, zo kennen wij onze neo-liberale vrienden weer. Daarbij helemaal vergetend dat het de middenstand was die begin van de jaren dertig in de vorige eeuw verzocht om een winkelsluitingswet, om oneerlijke concurrentie tussen hen die zich wel personeel konden veroorloven en diegenen die er alleen voorstonden tegen te gaan. Op ons verzoek om toch in ieder geval iets van inspraak te regelen, zoals een participatietraject (nota ter inzage leggen waarop inwoners hun mening erover kunnen geven), werd afwijzend gereageerd. Er zouden dan teveel verschillende meningen worden geuit, waar niemand iets mee kon. Dus waarom dan inspraak?
In onze poging om uit te leggen dat inspraak nu juist bedoeld is om die verschillende meningen te horen, werden wij als ‘flauw’ weggezet.
Onderzoek naar nut en noodzaak volkomen overbodig
Bijna pijnlijk was het verweer van VVD en D66 toen gevraagd werd op basis van welke argumenten en uitkomsten van onderzoeken of van gevraagde burgers en ondernemers, het voorstel was gedaan.
De aannames en conclusies waren uitsluitend uit de fracties afkomstig. Geen gedegen onderzoek. En dat terwijl er al op internet het een en ander te vinden is. Beide fracties bleven volhouden dat iedere ondernemer de vrijheid heeft om op zondag open of gesloten te zijn. En dit terwijl er al genoeg bekend is over de verhuurders van winkelcentra die ondernemingen verplichten op die dagen open te zijn en hun dus ook echt onder druk zetten. Beide fracties bleven volhouden dat de (loon)kosten niet zouden stijgen ten opzicht een gelijkblijvende de omzet (= lagere winst, dus!) maar konden of wilden die absurde aanname niet onderbouwen. Beide fracties bleven ontkennen dat grote ondernemingen hun personeel willen verplichten om op zondag te werken zonder daarvoor de onderhandelde toeslag te betalen.
Pijnlijke conclusies
Aan het eind van het debat moesten wij concluderen dat het voorstel niet aan de minimale eisen voldeed die wij als raad gezamenlijk hebben vastgesteld. Er werden aannames gedaan die niet zijn onderbouwd, er zijn kritische vragen gesteld waarop geen antwoord is gegeven. Niemand weet nu echt of er wel behoefte is dat alle winkels alle zondagen open zijn. Gelukkig gaat het college dit zelf nog een keer onderzoeken: dat stond al in de planning. Deze hele exercitie was dus uiteindelijk compleet overbodig want aan het einde van het debat moesten beide partijen wel de conclusie trekken dat hun voorstel geen draagvlak had, bij geen enkele partij.
Suzanne van Wiggen